Wat we maar niet willen leren van COVID-19 (of andere zoönosen)
Als ik terug denk aan de jaren 2020 tot 2022 dan lijkt het soms alsof ik langs de zijlijn stond te kijken hoe deze voorbij gingen. Dat de woorden quarantaine, avondklok en Coronatoegangsbewijs ooit in ons dagelijkse vocabulaire zouden komen, is met terugwerkende kracht bijna niet meer voor te stellen.
Het fascinerende aan de pandemie vind ik dat ik deze bewust heb meegemaakt: ik voelde me in het toenmalige heden echt onderdeel van een geschiedenis. Dit brengt de verantwoordelijkheid met zich mee dat wij onze kennis hierover moeten delen met de generaties na ons. Ik verbaas mij erover dat zich dit in de reguliere media, neem nieuwsprogramma’s en talkshowtafels, beperkt tot korte termijn oplossingen en alleen gekoppeld wordt aan actuele onderwerpen, zoals het uitdelen van vaccins in Afrika. Dieper kijken naar hoe ‘onze’ pandemie voorkomen had kunnen worden, gebeurt niet. Het baart mij grote zorgen dat zowel de politiek als de media in Nederland de lange termijn oplossing niet op de agenda zetten en ze daarmee de gewone burger onvoldoende informeren. En dat terwijl de informatie gewoon voorhanden is.
Het begint met een bewustwording van de oorzaken van dergelijke pandemieën, namelijk: onze omgang met dieren wereldwijd. Ja, óók COVID-19 is een zoönose. Een zoönose is een ziekte (meestal een virus) die van dier op mens wordt overgedragen. Volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) zat de bron van COVID-19 bij vleermuizen en vermoedelijk op een markt in China waar wilde dieren verkocht werden. Maar dit was zeker niet de eerste zoönose. Want wat te denken van de Spaanse Griep (vogels), de Pest (ratten en vliegen), de Mexicaanse Griep (varkens), Q-koorts (geiten, schapen en ook runderen), Ebola (vleermuizen en wilde dieren), Vogelgriep (watervogels en pluimvee) en nu Apenpokken (knaagdieren en apen)? Het kenmerk van een virus is dat het maar één ding wil: zichzelf vermenigvuldigen. Om dat te doen, heeft een virus alleen maar andere levende organismen nodig: dieren en mensen.
Extra kwetsbaar zijn dus de plekken waar de dierdichtheid het grootst is: waar veel dieren relatief dicht op elkaar leven. Laat Nederland nou één van die plekken zijn. Sterker nog: wij hebben volgens landbouweconoom Cor Pierik de meeste landbouwdieren per vierkante meter in heel Europa. Daarnaast is Nederland – na Malta – het dichtstbevolkte land van Europa, dus hebben we ook nog eens bijna de meeste mensen per vierkante meter op ons continent. Waarom staat dit onderwerp dan niet in de top 3 van te agenderen thema’s in de politiek en waarom maakt niemand zich hier druk om aan de Nederlandse talkshowtafels?
Nou ja, ‘niemand’ is niet helemaal waar. Een viroloog – die in de Coronaperiode zeer onterecht vele bedreigingen over zich heen kreeg – waarschuwde ironisch genoeg in 2018 al voor een pandemie: haar naam is Marion Koopmans. Zij stelde dat wetenschappers meer uitbraken zien die tot een pandemie kunnen leiden én dat de uitbraken groter worden. Bij een pandemie raken wereldwijd 1 op de 3 mensen besmet met een virus. De dodelijkheid ervan verschilt. Er is echt iets aan de hand, zo waarschuwde ze. Een jaar later kwam COVID-19.
Koopmans refereerde in 2018 al aan diverse factoren die bijdragen aan het vergroten van een risico op een nieuwe pandemie. Ten eerste ontbossing: mensen komen in het leefgebied van wilde dieren en kunnen daardoor gemakkelijker virussen meenemen. Ten tweede klimaatverandering: doordat het bij ons warmer wordt, komen meer exotische muggensoorten ons land binnen die nieuwe virussen aan ons overdragen als ze ons steken. Ten derde (wilde) diertransporten: als veel dieren tegelijkertijd vervoerd worden, is de kans op virusoverdrachten groter. Ten vierde de intensieve veehouderij: zeer veel dieren op een relatief klein oppervlak met veel mest. Ten vijfde antibioticaresistentie: dit houdt ook verband met de intensieve veehouderij, want doordat in megastallen dieren antibiotica krijgen om bepaalde ziektes tegen te gaan, worden dieren hier zelf immuun voor, maar mensen ook als ze vlees eten. Om nog maar te zwijgen over het toegenomen reizigersverkeer, waardoor we gemakkelijk virussen naar een ander continent brengen.
Eigenlijk, zo stellen de Verenigde Naties, heeft de mens door deze voorgaande factoren een heel verkeerd ecosysteem gecreëerd waardoor zoönoses vrij spel hebben. Zouden we op een andere manier met onze dieren en met de natuur omgaan (geen ontbossing, geen (wilde)diertransporten, geen intensieve veehouderij), dan is de kans op zoönosen aanzienlijk kleiner. Behandelen we onze dieren beter, dan behandelen we onszelf ook beter. En eigenlijk, zo vul ik in, zouden we als mens alleen maar geen vlees meer hoeven te eten: dan is een heel groot deel van deze factoren al weggenomen. Dat klinkt toch als een relatief simpele oplossing voor een enorm probleem?
Maar ja, als al deze kennis er is, waarom grijpt de overheid dan niet in? Ik kan wel een antwoord bedenken: dan wordt de mensen wéér iets ontnomen. We mogen al zoveel niet meer. Echter, dat de overheid ons op deze manier een gezond en veilig leefmilieu ontneemt, daar hoor je niemand over.
En ja, in 2021 heeft de overheid een Expertgroep Zoönosen opgericht die een rapport uitbracht over de aanpak daarvan. Ironisch genoeg was de tijdsdruk waarbinnen dit rapport af moest zijn zo hoog, dat de Expertgroep voor veel zaken te weinig tijd had om deze goed te onderzoeken. Daarmee bleven de aanbevelingen zo’n beetje beperkt tot signaleren, vaccineren en samenwerken. Na Kamervragen over de invloed van de bio-industrie op het geheel, kon de overheid gerustgesteld zeggen: ‘hierover heeft de Expertgroep in hun aanbevelingen niets gezegd’. Logisch, als je te weinig tijd krijgt van diezelfde overheid om dit goed te onderzoeken.
Iets wordt tegenwoordig alleen een nieuwsitem als blijkt dat de overheid essentiële informatie achterhoudt voor de burger. Dit lijkt mij – na de gaswinning in Groningen, Q-koorts en glyfosaat – weer zo’n geval. De overheid zal zelf niet voor ophef zorgen: dat moeten wij doen. In plaats van straks weer boos worden op een overheid die informatie achterhoudt, kunnen wij dit nú agenderen: want wij weten dit. Dus schrijf de krant, Jinek of de overheid in open brieven. Wees verantwoordelijk.